Zwemmend Redden

Inleiding

Als je je Zwem-ABC hebt gehaald heb je de basis van het zwemmen onder de knie. Maar wat als je eens per ongeluk in onbekend water terechtkomt, zoals een meertje of rivier? En wat doe je als er anderen in gevaar zijn in het water? Het leren wat je in dit soort situaties moet doen, noemen we zwemmend redden.
 

Bij de zwemlessen van de reddingsbrigade leer je eerst om jezelf uit het water te redden. De diplomalijn die hierbij hoort zijn de Junior Redders. Vervolgens leer je om anderen uit het water te redden bij de Zwemmend Redder-diploma’s. Uiteindelijk leer je dan om leiding te geven aan een team dat andere mensen redt tijdens de Life Savers. Dit is de hoogste diplomalijn die De Reddingsklos wekelijks op het zwembad geeft.

Lijkt het jou wat om meer te leren na je ABC? En om ervoor te zorgen dat je jezelf en andere mensen uit het water kan redden? Ga dan door met de lessen zwemmend redden na je ABC, of geef je op via het kopje Inschrijven! Hieronder vind je meer specifieke informatie over de betreffende diploma’s.

Junior Redder

De diplomalijn Junior Redder bestaat uit 4 diploma’s. Junior Redder 1 lijkt veel op zwemdiploma C. Daarom slaan we dit diploma vaak over, of je gaat direct voor Junior Redder 1 in plaats van diploma C.
 

Tijdens de lessen van Junior Redder verbeter je je zwemtechnieken en leer je om jezelf te redden in onverwachte situaties. Bijvoorbeeld wanneer je van een boot in het water valt. Hieronder staan enkele belangrijke diplomaeisen beschreven. Mocht je graag de volledige eisenlijst willen zien, kun je zaterdagmiddag in het verenigingslokaal terecht bij het kader.
 

Einddoelen: Junior Redder 1

  • Gekleed drijven op een drijfmiddel in de ‘HELP’-houding (een houding waarbij je zo min mogelijk warmte verliest).
  • Zelfstandig banen zwemmen, watertrappen en uit het water klimmen zonder behulp van een trapje.
  • Duikringen van de bodem van het zwembad opduiken.
  • Wrikken (op de rug liggen in het water en alleen voortbewegen door middel van hand-/polsbewegingen).

Einddoelen: Junior Redder 2

  • Gekleed over een vlot heen klimmen en er onderdoor zwemmen.
  • In het water duiken en vervolgens twee onder water zwevende voorwerpen aantikken.
  • Zelfstandig banen zwemmen, watertrappen en uit het water klimmen zonder behulp van een trapje.
  • In het water communiceren met iemand die op de kant staat en in de ‘HELP’-houding drijven met behulp van een bal die je wordt toegegooid.

Einddoelen: Junior Redder 3

  • Een droge redding uitvoeren met behulp van een reddingsmiddel.
  • Zelfstandig lange stukken zwemmen in verschillende zwemslagen.
  • 25 meter in enkelvoudige rugslag een reddingspop vervoeren in de ‘kopgreep’.

Einddoelen: Junior Redder 4

  • Een droge redding uitvoeren met behulp van een hulpmiddel.
  • Een volwassene instructies geven om een adequate alarmering (via 112) te maken.
  • Te water springen met een redding-/zwemvest aan en vervolgens 30 seconden in de HELP-houding drijven.
  • Minimaal 11 meter onder water zwemmen.
  • 12,5 meter schoolslagzwemmen naar een drijvende reddingspop en deze vervolgens in de kopgreep naar de kant vervoeren.

Zwemmend Redder

De diplomalijn Zwemmend Redder bestaat eveneens uit 4 diploma’s.
 

Tijdens de lessen van Zwemmend Redder verbeter je je zwemtechnieken en leer je om andere mensen uit het water te redden in onverwachte situaties. Bijvoorbeeld wanneer iemand in het water ligt die niet (meer) kan zwemmen. Hieronder staan enkele belangrijke diplomaeisen beschreven. Mocht je graag de volledige eisenlijst willen zien, kun je zaterdagmiddag in het verenigingslokaal terecht bij het kader.
 

Einddoelen: Zwemmend Redder 1

  • Op het droge uitvoeren van bevrijdingsgrepen: de dubbele polsgreep.
  • Een droge redding uitvoeren met behulp van een reddingsmiddel. Communicatie met de pseudo-drenkeling is hierbij zeer belangrijk, evenals het zorgen voor een adequate alarmering.
  • Gekleed zelfstandig banen zwemmen in verschillende zwemslagen.
  • Met een hoekduik een reddingspop opduiken in de zeemansgreep en deze vervolgens met het hoofd 5 seconden boven water houden.
  • Naar een pseudo-drenkeling toe zwemmen en deze vervolgens vervoeren in de volgende verschillende grepen: houdgreep (na toepassing van dubbele polsgreep), polsgreep en kopgreep.

Einddoelen: Zwemmend Redder 2

  • Op het droge uitvoeren van bevrijdingsgrepen: de achterwaartse omklemming.
  • Een droge redding uitvoeren met behulp van een hulpmiddel. Communicatie met de pseudo-drenkeling is hierbij zeer belangrijk, evenals het zorgen voor een adequate alarmering.
  • Minimaal 16 meter onder water zwemmen.
  • Het op de kant uitvoeren van maatregelen tegen vingerkramp.
  • Naar een pseudo-drenkeling toe zwemmen en deze vervolgens vervoeren in de volgende verschillende grepen: kopgreep (na toepassing van achterwaartse omklemming), polsgreep, houdgreep (na toepassing van dubbele polsgreep) en zeemansgreep.

Einddoelen: Zwemmend Redder 3

  • Op het droge uitvoeren van bevrijdingsgrepen: de voorwaartse omklemming.
  • Minimaal 175 meter zwemmen in maximaal 5 minuten en 15 seconden, verdeeld over minimaal 3 verschillende zwemslagen naar keuze.
  • Het op de kant uitvoeren van maatregelen tegen kuitkramp.
  • 50 meter borstcrawl zwemmen met zwemvliezen aan binnen 60 seconden.
  • Voorzichtig te water gaan met een geblindeerde bril op en vervolgens op aanwijzingen van een persoon op de kant naar een drijvend voorwerp toe zwemmen en deze terug brengen naar de kant.
  • Een natte redding uitvoeren met behulp van een hulpmiddel. Er moet gezorgd worden voor een positiebepaling, met behulp van een kruispeiling.

Einddoelen: Zwemmend Redder 4

  • Een natte redding uitvoeren met behulp van een reddingsmiddel.
  • Gekleed 200 meter zwemmen in verschillende zwemslagen.
  • Het op de kant uitvoeren van maatregelen tegen bovenbeenkramp.
  • 50 meter borstcrawl zwemmen met zwemvliezen aan binnen 45 seconden.
  • Vanaf de kant met een medekandidaat een positiebepaling maken, met behulp van een kruispeiling, waarna de kandidaat naar de positie toe zwemt en een reddingspop opduikt en deze naar de kant brengt.

Life Saver

De diplomalijn Life Saver bestaat uit 3 diploma’s.
 

Tijdens de lessen van Life Saver verbeter je je zwemtechnieken en je conditie, en leer je om leiding te geven aan een team dat een redding uitvoert. Hieronder staan enkele belangrijke diplomaeisen beschreven. Mocht je graag de volledige eisenlijst willen zien, kun je zaterdagmiddag in het verenigingslokaal terecht bij het kader.
 

Einddoelen: Life Saver 1

  • Theoretische examenvragen beantwoorden die betrekking hebben op onderwerpen in de handleiding Life Saver hoofdstuk 1 t/m 7.
  • In het water uitvoeren van verschillende bevrijdingsgrepen.
  • Naspelen van een pseudo-ongeval, met twee redders, waarbij in samenwerking een droge redding moet worden uitgevoerd met behulp van een reddingsmiddel.
  • Gekleed een pseudo-drenkeling 50 meter vervoeren in de kopgreep (25 meter) en in de schoudergreep (25 meter).
  • Vanaf de kant met een medekandidaat een positiebepaling maken, met behulp van een kruispeiling, waarna de kandidaat naar de positie toe zwemt, hier een geblindeerde bril opzet en vervolgens een reddingspop opduikt.
  • Het in het water tonen van verschillende bevrijdingsgrepen en vervolgens de pseudo-drenkeling vervoeren in verschillende vervoersgrepen.
  • Uitvoeren van een Body Hug (een manier waarbij een redder een drenkeling gemakkelijk om kan draaien en mee kan nemen indien deze bewusteloos op zijn buik in het water ligt).

Einddoelen: Life Saver 2

  • Beheersen van de theorie met betrekking tot de handelingen die moeten worden verricht bij het redden van drenkelingen uit open water (handleiding Life Saver, hoofdstuk 1 t/m 7).
  • In het water van een kledingstuk een drijfmiddel maken en hier 30 seconden op drijven in de HELP-houding.
  • Minimaal 25 meter onder water zwemmen.
  • Minimaal 225 meter zwemmen in maximaal 6 minuten en 15 seconden verdeeld over minimaal 3 borstslagen en 2 rugslagen naar keuze.
  • Naspelen van een pseudo-ongeval met twee redders waarbij in samenwerking een natte redding wordt uitgevoerd waarbij gezamenlijk een gebied systematisch wordt afgezocht naar een reddingspop.
  • Veilig te water gaan, naar een drenkeling met kramp toe zwemmen en deze naar de kant helpen, aldaar voordoen hoe de kramp op te lossen is.

Einddoelen: Life Saver 3

  • Behalen van een geldige verklaring Eerste Hulp.
  • Beheersen van de theorie met betrekking tot de handelingen die moeten worden verricht bij het redden van drenkelingen uit open water (handleiding Life Saver hoofdstuk 1 t/m 8).
  • Uitvoeren van een natte redding met gebruik maken van zwemvliezen en een reddingsmiddel.
  • Met zwemvliezen aan 50 meter vervoeren van een pseudo-drenkeling in de triangelgreep en vervolgens 50 meter vervoeren in een niet in de handleiding Life Saver omschreven vervoersgreep.
  • 75 meter borstcrawl zwemmen met zwemvliezen aan binnen 60 seconden.
  • Naspelen van een pseudo-ongeval, met twee redders, waarbij in samenwerking een natte redding moet worden uitgevoerd met behulp van een lijnredding.
  • Op de kant tonen van handelingen ter controle van bewustzijn en ademhaling, afsluiten met het tonen van de kinlift.


 
Helmondse Reddingsbrigade 
De Reddingsklos
SponsorKliks, gratis sponsoren!
Terug naar boven